Programma's

6. Duurzaam en toekomstbestendig

6. Duurzaam en toekomstbestendig

De uitgangspunten voor de energietransitie zijn vastgesteld

We werken in 2026 aan drie hoofddoelen: 

  1. Meer energiebesparing en meer CO2 reductie;  
  1. Meer duurzame energie;  
  1. Een betrouwbaarder energiesysteem. 

Een groot deel van de uitvoering van de taken uit het Programma Energietransitie wordt betaald vanuit de Rijks middelen via de Specifieke Uitkering capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE). Voor 2026 zet het Rijk deze uitkering om in een tijdelijke Doel Uitkering (DU) en vanaf 2027 in een Bijzonder Fonds Uitkering (BFU).  

1. Meer energiebesparing en meer CO2 reductie 

  • Warmteprogramma en wijkuitvoeringsplannen 

Gemeenten hebben een wettelijke plicht om een warmteprogramma vast te stellen. Dit is de opvolger van de transitievisie warmte. In het programma geven we duidelijkheid over welke manier van verwarmen voor wie gaat gelden. Want we moeten uiteindelijk zonder aardgas leven. In 2026 wordt het warmteprogramma vastgesteld. We hebben vijf wijkuitvoeringsplannen, waarin we hebben vastgelegd op welke wijze deze wijken richting aardgasvrij ready gaan, welke vervanger van aardgas voor de wijk relevant is en wat dat betekent voor de bewoners.  

  • Isolatieaanpak 

Vanuit het Rijk hebben we in drie tranches een Specifieke Uitkeringen ontvangen voor het isoleren van woningen. Deze middelen zijn tot en met 2028 in te zetten met mogelijkheid tot verlenging tot 2030. We benaderen en ondersteunen de inwoners met een variatie aan ondersteuning. Dat is in de vorm van advies, subsidie of praktische hulp bij het uitvoeren van energiebesparende maatregelen.  

  • Energiearmoede aanpak  

Het project energiearmoede wordt bekostigd uit de Specifieke Uitkering Energiearmoede. Het project draait tot en met 2027. We zetten energiecoaches en -klussers in om praktische adviezen en kleine maatregelen aan te brengen. We evalueren de voorgang van het project en kijken hoe en in welke vorm het project tot en na 2027 voortgezet kan worden. Het Rijk kan een beroep doen op Europese middelen in het Social Climate Fund. Dit volgen we op de voet, omdat we met dit geld de aanpak na 2027 verwachten te kunnen financieren.  

  • Een soortenmanagementplan (SMP) moet opgesteld worden.

Bij het isoleren van gebouwen moeten eigenaren en isolatiebedrijven rekening houden met de mogelijke aanwezigheid van vleermuizen en andere beschermde diersoorten. Dit is geregeld in de Omgevingswet. Dit geldt voor meer ruimtelijke ontwikkelingen. Gemeenten spelen een sleutelrol door een SMP op te stellen. Samen met acht gemeenten in Overijssel hebben we een plan van aanpak opgesteld. Met de provincie voeren we overleg over de zeer kwetsbare en beschermde meervleermuis die in Zwartewaterland voorkomt. Mogelijk wordt onderzoek naar meervleermuis in Zwartewaterland meegenomen in “regulier” meervleermuisonderzoek Weerribben.  De kosten voor het opstellen van een SMP en voor het realiseren van alternatieve verblijfplaatsen voor vleermuizen zijn begroot op ongeveer € 400.000. Er is een provinciale subsidie van ongeveer € 100.000 beschikbaar.  

2. Meer duurzame energie 
Om lokaal te voorzien in de vraag naar duurzame energie werken we in 2026 verder aan het beschikbaar krijgen van deze bronnen.  

  • Wind:  

Eind 2025 bepaalt de provincie wie er windturbines mogen realiseren in het gebied Genne-Holten-Haerst. Daarna doorlopen we samen met de provincie en de gemeente Zwolle een procedure die uiteindelijk zal resulteren in een vergunningsaanvraag, een definitieve vergunning en tenslotte in de realisatie van de windturbines. 
Vanuit de energietransitie en de wens om zoveel mogelijk lokale zeggenschap en eigendom te realiseren voor een groot draagvlak steunen Zwolle en Zwartewaterland lokale initiatieven. Van daaruit ontstaan twee financieringsvragen: procesgeld en financiële deelneming. Als gebiedscoöperatie Buurtwint in combinatie met de energiecoöperatie Energiek Zwartewaterland het project mag realiseren wordt een financiële bijdrage van de gemeenten Zwolle en Zwartewaterland gevraagd. Daarvoor is € 200.000 procesgeld begroot verdeeld over 4 jaar. Mogelijk worden beide gemeenten gevraagd voor financiële deelneming, al dan niet risicodragend. Hiervoor zal een apart traject met de raad doorlopen worden.  

  • Energiecoöperaties:  

In Zwartewaterland zijn 2 energiecoöperaties actief. Beide energiecoöperaties zijn bezig met het ontwikkelen van grootschalige wind. 1 in Kampen en 1 nabij Genne-Holten-Haerst. De verwachting is dat als de energiecoöperaties die projecten mogen realiseren er (financiële) ondersteuning wordt gevraagd 

  • Groen Gas:  

Binnen onze gemeente is een potentieel voor groen gas in de vorm van groene reststromen en mest van dieren. Vanuit de gemeente kunnen we een aanjagende functie hebben in de ontwikkeling daarvan.  

  • Zon op dak:  

Zon op land wordt door de provincie niet meer toegestaan. Zon op water is in één project gerealiseerd. Het aantal locaties voor windenergie binnen de gemeente is beperkt. Zo blijft zon op dak over. Inzet hierop is alleen mogelijk wanneer ook slimme oplossingen voor de balans in het netwerk toegepast worden. We volgen de ontwikkelingen en komen met een voorstel wanneer er nieuwe mogelijkheden ontstaan.

3. Een betrouwbaarder energiesysteem Er is op dit moment sprake van filevorming op het elektriciteitsnetwerk, zowel bij de productie van duurzame energie als de consumptie van elektriciteit. Samen met netbeheerders Enexis en TenneT werken we komende jaren intensief aan het verzwaren van het bestaande elektriciteitsnetwerk. Wanneer oplossingen voor netbalans ontstaan zullen we daarop actie ondernemen (bijvoorbeeld beleid voor opslag). Vanuit de sprintsessies op de drie bedrijventerreinen zullen we in 2026 verder zijn met het uitvoeren van de acties om de schaarse ruimte op het energienet efficiënter in te zetten.

We stellen een Programma water, riolering en klimaatadaptatie op

Het gemeentelijk rioleringsprogramma (GRP) heeft een looptijd tot en met 2026. De huidige uitvoeringsagenda klimaatadaptatie heeft een looptijd tot en met 2025. We stellen een nieuw GRP op. Klimaatadaptatie wordt hierin als volwaardig onderdeel opgenomen en vervangt daarmee de bestaande uitvoeringsagenda klimaatadaptatie. Het programma voor water, riolering en klimaatadaptatie beschrijft hoe gemeente Zwartewaterland invulling geeft aan de consequenties van het veranderende klimaat en de wettelijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater en bevat een uitvoeringsprogramma met concrete maatregelen en financieringsvraag.
De VNG heeft eind 2021 een nieuw model ontwikkelt voor de rioolheffing. Dit vormt de basis voor een bredere vorm van heffen, een zogenaamde riool- en waterheffing. Hiermee kunnen alle kosten van de watertaken verhaald worden, zoals de afvoer van vuil afvalwater, schoon regenwater, het beheer van het grondwater en het voorkomen van droogte en het zorgen voor opvang van te veel neerslag in het openbaar gebied. De gemeentewet biedt hiervoor ruimte. Onder andere de gemeente Leiden heeft de gevolgen door klimaatveranderingen meegenomen in de nieuwe heffing en gaat heffen bij iedereen die profijt heeft van maatregelen die genomen worden. Daarmee gaat niet alleen de gebruiker betalen, maar ook de eigenaren van woningen en bedrijven. Zo worden de kosten eerlijker verdeeld. Ook iemand die geen rioolaansluiting heeft betaalt mee. We kunnen onderzoeken of we een vergelijkbare heffing naar het voorbeeld van Leiden kunnen toepassen. Alle kosten voor klimaat en water kunnen daarin meegenomen worden.

We starten met het opstellen van een klimaatadaptatiestrategie Genemuiden

Dat doen we samen met het Waterschap. De adaptatiestrategie geeft inzicht in oplossingen en maatregelen voor het klimaatrobuust maken van bestaand stedelijk gebied van Genemuiden en een ontwikkelstrategie voor het nieuw stedelijk gebied (revitalisatie en uitbreiding).  

We werken regionaal samen op het gebied van afvalwaterbeheer en klimaatadaptatie.

De gemeente Zwartewaterland is onderdeel van het samenwerkingsverband RIVUS. Met onze partners van RIVUS werken we regionaal samen op het gebied van afvalwaterbeheer en klimaatadaptatie. We zetten de samenwerking binnen het regionale samenwerkingsverband RIVUS voort. Per 1 april 2025 beschikken we via RIVUS over een subsidieregeling klimaatadaptatieve maatregelen, om zo onze inwoners, bedrijven, scholen, stichtingen en verenigingen te stimuleren om klimaatadaptatieve en biodiversiteitsversterkende maatregelen te nemen. Landelijk bestaat gemiddeld 60% van alle ruimte in het bebouwde gebied uit particulier terrein. Juist daarom is het belangrijk dat ook inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven bijdragen aan een klimaatbestendige omgeving. Met deze regeling worden ze daartoe gestimuleerd. De structurele bijdrage aan samenwerkingsverband RIVUS van € 40.000 wordt bekostigd vanuit de eenmalige middelen uit de uitvoeringsagenda klimaatadaptatie. Vanaf 2027 vervalt deze dekking.  

De wateropgaven zijn groot

De gemeente Zwartewaterland bevindt zich in de uiterst kwetsbare IJssel-Vechtdelta. Steeds vaker worden we met de gevolgen van klimaatverandering geconfronteerd, zoals het hoogwater in december 2023. Door landelijke en regionale trends- en ontwikkelingen (zoals water en bodem sturend) zien we een toename in wateropgaven op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau. We moeten ons hierop beter voorbereiden. Operationeel doen wij dit met een draaiboek hoogwater bij hoogwatercalamiteiten, strategisch gaat dit onder andere om geschikte locatiekeuzes (water en bodem sturend) en het doorvertalen van de sponsprincipes in een klimaatrobuuste inrichting van bestaand en nieuw gebied. Daarvoor is het nodig een strategisch adviseur wateropgaven aan te trekken, die zorg draagt voor borging van de wateropgaven in beleid, regelgeving en organisatie. Hiervoor is € 90.000 nodig.  

Er is steeds meer aandacht voor afvalpreventie en het hergebruiken van grondstoffen

Er is een sterke focus op het bevorderen van een circulaire economie, waarbij afval vooral wordt gezien als een grondstof. De rol van afvalverbranding wordt herzien, met als doel de milieu-impact te minimaliseren en de CO2-uitstoot te verminderen. Hoe meer restafval van Zwartewaterland verbrand wordt, hoe meer de inwoners gaan betalen. Daarnaast is het mogelijk dat er een staffel komt voor de kwaliteit van de ingeleverde afvalstromen. Hoe beter de kwaliteit, hoe hoger de financiële vergoeding. 
In de komende jaren zullen we ons verder richten op het verbeteren van afvalscheiding en recycling om de circulaire economie te bevorderen. Innovatieve technologieën (containers wegen en de inzet van AI) zullen essentieel zijn om bewoners te betrekken en bewustwording te vergroten. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met ROVA. Daarnaast zullen we - in overleg met ROVA - investeren in duurzame afvalverwerkingsmethoden om de milieu-impact te minimaliseren.  

Op weg naar een circulaire economie 

Nederland streeft naar een volledig circulaire economie in 2050. Belangrijke doelen zijn: het verminderen van grondstoffenverbruik, het bevorderen van hergebruik en recycling, en het stimuleren van duurzame productie. Daarnaast heeft De Rijksoverheid vijf transitieagenda's opgesteld voor de sectoren kunststoffen, consumptiegoederen, maakindustrie, bouw, en biomassa en voedsel. Bedrijven in onze gemeente zijn voornamelijk actief in de maakindustrie en kunststoffen. We gaan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn binnen de sectoren en hoe we daar in gezamenlijkheid invulling aan kunnen geven.  
Circulair bouwen: Er is een groeiende focus op circulair bouwen en renoveren. Dit omvat het gebruik van duurzame materialen, het verbeteren van de levenscyclusanalyse van gebouwen, en het stimuleren van hoogwaardig hergebruik van bouwmaterialen. Hierin gaan wij bijdragen door waar mogelijk onze aanbestedingseisen en inkoopvoorwaarden meer richting circulariteit te formuleren de komende jaren.

Deze pagina is gebouwd op 05/26/2025 15:34:28 met de export van 05/26/2025 15:28:51