2. Positieve gezondheid, participatie en preventie
De aanvragen voor en de complexiteit van zorg en ondersteuning nemen toe en de kosten stijgen
Inwoners doen steeds meer een beroep op maatschappelijke voorzieningen en ondersteuning van de gemeente door demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing. Tegelijkertijd neemt het aantal complexe hulpvragen toe, vooral op het gebied van Jeugdhulp. Dit leidt tot stijgende kosten voor de uitvoering van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. Deze wetten kennen een open-eind financiering, wat betekent dat er geen budgetplafond is. Vanuit de dagelijkse praktijk zien we maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de toegenomen hulpvragen:
- meer jongeren ervaren mentale klachten;
- ouderen hebben vaker hulp nodig;
- jeugdhulp wordt vaak gezien als oplossing voor problemen;
- meer huishoudens ervaren financiële stress;
- langere wachttijden voordat hulp geboden kan worden.
Hervorming van het sociaal domein is noodzakelijk
Voortzetting van het huidige voorzieningenbeleid is geen optie voor 2026 en verder vanwege genoemde ontwikkelingen. Om de hulp en ondersteuning toegankelijk, bereikbaar en betaalbaar te houden, is een versnelling en versterking van de transformatie in het sociaal domein noodzakelijk. Als we dit niet doen, wordt hulp en ondersteuning onbetaalbaar.
We moeten aan de ene kant (intern) kijken hoe we onze processen rondom bijvoorbeeld de toegang, toekenning en inkoop anders en nog effectiever en efficiënter kunnen organiseren. Aan de andere kant willen we (extern) nog meer rendement halen uit onze ingezette preventie-aanpak, door nog meer gebruik te maken van de mogelijkheden van vrij toegankelijke voorzieningen (zonder indicatie). We moeten ook toe naar een andere mindset. In het leven van jongeren en ouders wordt nu teveel geproblematiseerd, gemedicaliseerd en geïndividualiseerd. Dit gebeurt allemaal zonder aandacht voor de gezinssituatie en de maatschappelijke context. We moeten terug naar het ‘normaal’. Obstakels horen bij het leven. Wat kan bijvoorbeeld het sociale netwerk betekenen? De leefwereld (ook wel de sociale basis genoemd) waarin de jongere zich bevindt, moet versterkt worden.
Versterken en vernieuwen van de sociale basis
Het versterken van de sociale basis betekent dat we de invloed van beschermende of versterkende factoren in de omgeving van onze inwoners vergroten. Een investering in de sociale basis is gericht op de positieve ontwikkeling van alle inwoners, met name voor het opgroeiende kind. Dreigingen voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren zoals stress, het ontbreken van een vangnet of armoede, hebben vaak invloed op verschillende onderdelen van de leefwereld en ontwikkelingskansen van kinderen. Door universeel te investeren in deze basis bereiken we kleine positieve effecten op verschillende onderdelen van het leven van het kind, de jongere en de ouders. Bijvoorbeeld ouders ondersteunen bij het opvoeden met opvoedprogramma’s leidt tot minder stress thuis en betere sociaal-emotionele vaardigheden. Dat heeft weer positieve effecten, zoals minder kindermishandeling, betere schoolprestaties en een groter sociaal kapitaal.
Ook willen we de algemene en collectieve voorzieningen (zoals een bibliotheek en een vrijwilligerssteunpunt) meer en effectiever inzetten om de zelfredzaamheid van inwoners te versterken bij lichte ondersteuningsvragen op het gebied van onder andere (mantel)zorg, financiële vragen en eenzaamheid. We onderzoeken of we het welzijnswerk nog doelmatiger kunnen inzetten door het wellicht anders te organiseren. De wijze van subsidieverstrekking aan de welzijnsorganisaties maakt ook onderdeel uit van die brede hervormingsopgave. Daarnaast beoordelen we welke projecten en initiatieven effectief bijdragen aan ons preventieprogramma en welke niet (‘stofkam methode’). Met de pilot Kerngericht Werken in Zwartsluis, als proeftuin voor het ‘samenspel in de wijk’, willen we ontdekken of we door de inzet van een sociaal wijkteam in staat zijn om dicht bij onze inwoners en hun leefomgeving ondersteuningsvragen vroegtijdig te signaleren en adequater aan te pakken. Met deze aanpak streven we naar een robuuste sociale basis als voorportaal voor de toegang tot de gemeentelijke maatwerk en individuele voorzieningen.
Het Verwey-Jonker Instituut heeft in onderstaande figuur uiteengezet hoe de sociale basis is opgebouwd vanuit drie segmenten: de institutionele, gemeenschappelijke en persoonlijke sociale basis.
De sociale (pedagogische) basis bevindt zich in de onderstaande 2 stenen. We versterken hiermee o.a. de kennis en vaardigheden van ouders, de jongere en ook de personen die in het ‘gewone’ leven om de jongere heen staat. Denk aan de (sport)trainer, de contactpersoon uit de kerk of de buurvrouw/man.
De algemene en collectieve voorzieningen en het welzijnswerk bevinden zich in de 2e en 3e steen. Met het versterken van deze stenen voorkomen we dat ouders (te) snel een beroep doen op de maatwerk- en individuele voorzieningen.
Versterken van de eigen kracht
We willen de eigen kracht van onze inwoners versterken in verband met de toegenomen zorgvraag en vergrijzing. We leggen de focus op de volgende thema’s:
- Mantelzorgondersteuning, vooral gericht op jonge mantelzorgers .
Door de toegenomen zorgvraag en zorgintensiteit wordt de druk op mantelzorgers steeds groter, vooral ook zichtbaar bij jonge mantelzorgers. We willen extra investeren in mantelzorgondersteuning van jonge mantelzorgers door de inzet van een mantelzorgcoach voor deze doelgroep voor 8 uur per week in de vorm van een pilot van een jaar. Doel is het in beeld krijgen van de exacte ondersteuningsbehoefte, contact met en uitbreiding van de doelgroep, het opzetten van een netwerk, het ontwikkelen van activiteiten en het versterken van de informatie en adviesfunctie.
- Financiële zelfredzaamheid
We gaan door met het aanbieden van geldlessen in het onderwijs aan leerlingen. Deze lessen zijn preventief en helpen kinderen en jongeren om beter en bewuster met geld om te gaan.
Het uitbreiden van lokale financiële spreekuren is essentieel om inwoners sneller/eerder en beter te helpen met hun financiële vragen en problemen. De samenwerking met Geldfit is hierbij van belang als preventief instrument om te voorkomen dat inwoners te maken krijgen met betalingsachterstanden en schulden. Het is belangrijk om permanente aandacht (herhaling) te hebben om onze inwoners te bereiken en te informeren over de beschikbare hulp en ondersteuning. De gevraagde versterking van de financiële redzaamheid kan deels worden bekostigd uit de middelen voor het armoedebeleid.
- Bibliotheekvoorzienin g
De lokale bibliotheekvoorziening heeft volgens de (gewijzigde) bibliotheekwet de volgende functies: kennis en informatie beschikbaar stellen, mogelijkheid voor ontwikkeling en educatie, stimuleren van lezen, organiseren van ontmoetingen en debat, en kennismaking met kunst en cultuur. Vanaf 2026 zal er zelfs een zorgplicht zijn voor een volwaardige bibliotheekvoorziening.
Versterken/toevoegen van expertise
De toegenomen complexiteit van zorgvragen leidt ook tot andere inzichten met betrekking tot de inzet van professionals, met name in de Jeugdhulp. De oproep is om meer te kijken naar het systeem en de onderlinge relaties in plaats van alleen het kind of de jongere. En vooral: voeg de juiste deskundigheid in, daar waar het nodig is. Op basis van de positieve ervaringen elders willen we meer gezinscoaches (systeemcoaches) inzetten en jongerenwerkers nog meer in contact laten komen met onze jongeren via de verschillende vindplaatsen (bijv. school en verenigingen). Daarmee willen we het volgende bereiken:
- Versterken van de zelfredzaamheid.
- Minder verwijzingen krijgen naar dure specialistische zorg.
- De wachttijd voor hulp kunnen bekorten.
We kijken en werken vanuit een integrale benadering bij een ondersteuningsvraag
En niet enkel vanuit de specifieke kolommen (Wmo/Jeugd/Participatie). De doorontwikkeling Jeugd zoals uitgewerkt in de notitie ‘Inzetten op preventie, doen wat nodig is’ en het toekomstscenario Jeugd en Gezinsbescherming nemen we op in deze transformatie-aanpak. Die doorontwikkeling is een antwoord op de opdracht die we hebben vanuit de Hervormingsagenda Jeugd. Het sluit daarnaast aan bij de integrale benadering van ons preventieprogramma voor alle inwoners.
We gaan experimenteren met nieuwe methoden en technieken, die door middel van integrale benadering van een (meervoudige) hulpvraag bewezen effectief zijn, zoals de Doorbraakmethode. Daarnaast willen we vooral leren van goede voorbeelden van een hervormingsaanpak bij gemeenten in de regio (zoals Zwolle) en door gebruik te maken van kennis- en inspiratiesessies via de VNG en Movisie. Tenslotte willen we investeren in 24/7 sturingsinformatie en monitoring om tijdiger en effectiever tussentijds te kunnen bijsturen vanuit een ‘helicopter view’.
Doel van de inzet van deskundigen en van een integrale benadering is het beheersbaar maken van de uitgaven
Dat willen we realiseren met:
- Het versterken van collectieve preventieactiviteiten voor bepaalde (doel)groepen in de samenleving. Want voorkomen (preventie) is efficiënter en effectiever dan genezen (behandeling). Voorbeelden van preventieactiviteiten zijn:
- het programma ‘Maak je har(d)t voor je relatie’ om complexe scheidingen met vaak ingrijpende maatschappelijke en financiële gevolgen voor ouders en kinderen zoveel mogelijk te voorkomen;
- het programma Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO);
- bewustwording van de eigen verantwoordelijkheid of zelfredzaamheid (‘normaliseren’). Iedereen heeft de verantwoordelijkheid om bij tegenslagen in eerste instantie zelf en/of met behulp van zijn/haar leefomgeving (familie, buren, vrienden, netwerk) een oplossing te zoeken.
- Het versterken van collectieve welzijnsvoorzieningen en het beoordelen van de doelmatigheid en doeltreffendheid van welzijnssubsidies. We zien dat de inzet van bijvoorbeeld het Maatschappelijk Werk, MEE Samen en de Buurtkamer Plus ertoe leidt dat er minder (snel) beroep wordt gedaan op een individuele Wmo-voorziening.
- Het inzetten van een gezinscoach. Daarmee bevorderen we dat zorgvraag in een groter geheel wordt beoordeeld en we in contact zijn met de sociale omgeving van de zorgvrager. Dit bevordert het aanbieden van de juiste hulp op de juiste plaats tegen uiteindelijk minder kosten.
- Het toepassen van de zogenaamde “doorbraakmethode” als fundamentele aanpak voor de hervorming van het sociaal domein. Deze methode van het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) is gebaseerd op drie uitgangspunten: Betrokkenheid (en verantwoordelijkheid van de hulpvrager), Legitimiteit (toepassen van wet- en regelgeving) en Rendement (een maatschappelijke kosten-baten analyse: wat levert de interventie op voor de hulpvrager (perspectief) en voor de gemeente).
Financieel perspectief
In de uitvoering van het preventieprogramma zullen in 2025 en voor het laatst in 2026 de landelijke SPUK regelingen GALA (Gezond en Actief Leven Akkoord) en IZA (Integraal Zorg Akkoord) worden gebruikt. Na 2026 is er nog geen zekerheid over de voortzetting van deze middelen. Dit heeft directe gevolgen voor bijvoorbeeld de financiering van mantelzorgondersteuning, valpreventie, leefstijlprogramma's en projecten gericht op het versterken van de sociale basis.
Het huidige kabinet wil vanaf 2027 een inkomensafhankelijke bijdrage invoeren voor de hulp bij het huishouden in de Wmo. Het verhogen van die financiële drempel kan een dempend effect hebben op het aantal cliënten/inwoners dat van een Wmo voorziening gebruik maakt.
De landelijke cijfers en trends in de Jeugdzorg laten zien (bron: VNG) dat het financiële tekort zal blijven oplopen tot 2028, zelfs als gemeenten actief aan de slag gaan met de hervormingsagenda Jeugd: minder specialistische inzet, meer preventie en sterke lokale teams. Zie ook onderstaande tabel (bron: VNG) waarin de (landelijke) kostenontwikkeling in de Jeugdzorg wordt weergegeven vanaf 2005, met een prognose van de verwachte uitgaven in 2028 op basis van het huidige beleid, inclusief de effecten van de Hervormingsagenda. Met de voorgestelde aanpak willen we de voorspelde groei van jeugdhulp zoveel mogelijk beperken. Dit zullen we monitoren aan de hand van de beschikbare data.